Poolster (ex HR. MS. Dreg III)

De Dreg III is in 1950 gebouwd op de werf van De Groot & van Vliet te Slikkerveer (NL) als derde van de vier door de Nederlandse marine bestelde Dregboten.

Poolster Dreg III

De Dreg III wordt op 21 augustus 1950 te water gelaten en komt op 18 september 1950 in dienst van de Nederlandse Koninklijke Marine, afdeling Hydrografische Dienst. De Dregboten worden ingezet bij hydrografische werkzaamheden, meer bepaald voor het inmeten van de zeebodem om zeekaarten te kunnen maken. Dit afdreggen gebeurde in spannen van twee Dregboten die een onder water op een bepaalde diepte hangende lijn tussen zich in hadden. Deze lijn hing aan tonnen, waarop met een liertje de diepte ingesteld kon worden. Bleef de lijn ergens achter haken, dan moest die plek nader onderzocht worden. 

Van de 4 Dregboten zijn de Dreg I en II in 1950 naar Nederlands-Nieuw-Guinea (het huidige West-Papoea) verscheept om daar te assisteren met het in kaart brengen van de kustwateren (vooral koraalriffen), samen met het moederschip de Snellius (°1952), later afgeslot door de Luymes (°1952), waar de verzamelde gegevens verwerkt werden. De bedoeling was om de scheepvaart en de olietankers een veilige toegang te verschaffen tot de westkust (Sorong).

Het tweede span, de Dreg III en de Dreg IV, is in eerste instantie ingezet voor het in kaart brengen van wrakken voor de Noordzeekust en op de Schelde, toegevoegd aan de Hydrograaf (°1910) en de Zeefakkel (°1950). De Snellius, De Luymes, de Hydrograaf en de Zeefakkel waren alle eveneens hydrografische opnemingsvaartuigen van de Nederlandse Koninklijke Marine. 

De Dreg III en IV hebben in februari 1953 ook nog een rol gespeeld bij de evacuatie van slachtoffers van de watersnoodramp in Zeeland. 

Door de omvang van de werkzaamheden in Nederlands-Nieuw-Guinea is de Dreg III daar in oktober 1955 ook naartoe gebracht om de werken te versnellen. De Dreg III heeft in die tijd niet meer de taak van Dregboot en voert geen opneemwerkzaamheden meer uit. Als “communicatievaartuig” verzorgt het schip vooral het transport van mensen en goederen van en naar de wal vanaf het moederschip. Terwijl de dienst Hydrografie bij Nederlands-Nieuw-Guinea opnamewerk uitvoert, blijven de ingezette schepen een oorlogstaak behouden. Dat leidt ertoe dat de Dregboten bewapend worden, met 2x een .50 mitrailleur voor in de gangboorden, en één Dregboot zelfs met luchtdoelgeschut op het achterdek, waardoor ze nu ook moeten deelnemen aan militaire oefeningen. In principe hebben hydrografische schepen een vredestaak, en zijn ze dan ook wit geschilderd, wat hier dus niet het geval was.

In 1962 vertrekken de Nederlanders uit Nieuw-Guinea, en komen de 3 andere Dregboten terug naar Nederland. Op de voormalige rijkswerf Willemsoord in Den Helder zijn alle vier de dregschepen aangepast voor de NOordzeekust. De Dregboten worden dan verder ingezet vanuit Den Helder voor assistentie bij opnemingen in de Nederlandse wateren. Er wordt veel samengewerkt met de Zeefakkel. Omdat een deel van dat werk door Rijkswaterstaat overgenomen werd, verandert de kleur van de boten van grijs naar geel. 

Halverwege de jaren ’60 wordt overwogen de Dregboten te vervangen door nieuwbouw. Door modernere technieken wordt hun toegevoegde waarde steeds geringer, maar met een aantal aanpassingen wordt het leven van de bestaande schepen gerekt. In 1970 worden de Dreg I, II en III afgestoten. De Dreg III wordt op 6 april 1970 afgevoerd en op 6 oktober 1970 verkocht aan C.P. Vader (Den Helder). 

Daarna verandert de Dreg III een paar keer van naam (Gricor [1972-1981] en Lloyd’s [1981-1984], met weer een andere eigenaar), om tenslotte opnieuw Dreg III gedoopt te worden. Het schip ligt er vele jaren wekloos bij en takelt ondertussen snel af. De Dregboot is dan qua opbouw reeds verbouwd, maar heeft nog wel een redelijk origineel vooronder.

Halfweg de jaren 80 koopt Roel Donker het schip voor zijn duik- en bergingsbedrijf en in een klein jaar ondergaat de Dreg III een volledige renovatie. Daarna werkt de Dreg III als bergingsvaartuig op de Waddenzee vanuit Den Helder.

In mei 1988 koopt Henk de Haas van Rederij Waterweg (nu Acta Marine, Den Helder) het bedrijf en de Dreg III. Het schip wordt weer ingezet voor duikwerkzaamheden en berging.

Hierna wordt de Dreg III opnieuw verkocht aan een duikbedrijf. 

Sinds 2001 is de Dreg III in particuliere handen en is de naam veranderd naar Poolster.